Het toekennen van de Topsportgemeente-van-het-jaar prijs vindt plaats op basis van sportieve prestaties. Deze prestaties worden gewogen naar type sport en omvang van de gemeentebevolking. Dit gebeurt met behulp van een rekenmodel. Bij de ontwikkeling van het rekenmodel zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- centraal staan de sportieve prestaties van sportverenigingen uitkomend in 40 nationale topcompetities;
- het gaat daarbij altijd om de hoogste landelijke klasse, met uitzondering van het voetbal. Vanwege de grote maatschappelijke impact zijn voor deze sport naast de Eredivisie ook de Eerste Divisie en de zes amateurhoofdklassen meegenomen;
- in het geval van jaargrensoverschrijdende competities geldt het moment van beëindiging van de competitie. De eindranglijst van de voetbalcompetitie 2010-2011 telt dus mee voor de verkiezing van 2011
- voor elke competitie worden op basis van de eindranglijst punten toegekend aan de deelnemende verenigingen (gemeenten). Deze punten worden gestandariseerd zodat de winnaars van alle competities een gelijk aantal punten verdienen, ongeacht de omvang van hun competitie;
- voor ploegen die lager eindigen geldt dat de afstand tot de winnaar afhankelijk is van het aantal deelnemers aan de competitie. Achtste worden in een competitie van acht levert minder punten op dan de achtste positie in een veld van tien;
- er vind een weging plaats van de verschillende sporten. Twee indicatoren spelen bij deze weging een rol: het ledental van de organiserende bond (indicator voor populariteit of ‘impact’ van een sport) en het aantal verenigingen dat bij de landelijke bond staat ingeschreven (indicator voor de sportieve uitdaging om landskampioen te worden). Hoe groter de populariteit van een sport en/of de sportieve uitdaging, hoe groter de opwaartse correctie van het puntenaantal dat in een competitie te verdienen is. Aan de hand van deze indicatoren zijn de sporten ingedeeld in een aantal categorieën met bijbehorende wegingsfactoren;
- voor kampioenschappen worden extra punten toegekend. De omvang van deze ‘bonus’ is mede afhankelijk is het aantal verenigingen dat vanuit een gemeente deelneemt aan de topcompetities. Een gemeente met één kampioenschap op twee deelnemende verenigingen ontvangt dus meer bonuspunten dan een gemeente met één kampioenschap uit acht deelnemers. Om te komen tot een eerlijke competitie wordt het aantal behaalde punten gerelateerd aan het aantal inwoners;
- teneinde te komen tot een werkbare ranglijst wordt een correctie toegepast op de inwonersaantallen van grote en kleine gemeenten. Zonder deze correctie zouden grote gemeenten kansloos zijn en kleine gemeenten met één goed presterende vereniging de ranglijst onbedreigd aanvoeren. De correctiefactoren zijn zo gekozen dat gemeenten vergelijkbare kansen hebben ongeacht hun omvang.
- voor sommige competities is een afwijkende correctie toegepast. Bijvoorbeeld omdat het ledental van de bond geen reële indicator vormt voor de populariteit van de betreffende competitie (futsal, damesvoetbal, softbal, etc).